
In Nepal voltrok zich de afgelopen weken iets dat velen onmogelijk achtten.
Een land waarin corruptie, vriendjespolitiek en machtsmisbruik jarenlang de toon zetten, werd wakker. Niet door één politieke leider, maar door de kracht van het volk. Jongeren, gezinnen, ouderen – zij die het zat waren om hun vrijheid te laten afnemen – kwamen samen.
Wat begon met een verbod op sociale media, groeide uit tot een volksbeweging. Een beweging die duidelijk maakte: genoeg is genoeg. Het resultaat? De regering viel. Corrupte politici werden gedwongen tot aftreden. En uit de chaos ontstond iets bijzonders: voor het eerst in de geschiedenis van Nepal staat er een vrouwelijke premier aan het roer. Niet een politicus, maar een onafhankelijke rechter. Iemand die de taak heeft gekregen om het land te leiden naar eerlijke politiek en nieuwe verkiezingen.
En daar zit de kern van dit verhaal. Want dit gaat niet alleen over Nepal. Dit gaat over de wereld. Over ons allemaal. Over de vraag: wat kan er gebeuren als mensen zich verenigen? Als we niet langer verdeeld raken door angst, door propaganda, door systemen die ons uit elkaar proberen te trekken, maar juist samen opstaan?
Nepal toont ons een glimp van wat mogelijk is. Het bewijst dat verandering niet van bovenaf komt, maar altijd van onderaf begint. Van gewone mensen die besluiten dat het anders moet.
Misschien is dit wel de eerste stap van iets veel groters. Een nieuwe tijd waarin volkeren wereldwijd zeggen: wij laten ons niet langer knechten door corruptie en machtsspelletjes. Wij kiezen voor eerlijkheid. Voor vrijheid. Voor elkaar.
De hoop gloort.
En het begint bij ons.